Ondernemersaftrek: zelfstandigen- en startersaftrek

Als zzp’er heb je behoorlijk wat mogelijkheden om geld te besparen. Altijd interessant toch? In dit artikel leggen we uit hoe je fiscaal voordeel kunt behalen met behulp van de ondernemersaftrek. Dé manier om minder of zelfs geen belasting te betalen. Lees snel verder, want je bespaart al snel een flink bedrag.

Wat is de ondernemersaftrek?

De ondernemersaftrek is een verzameling van bedragen die je mag aftrekken van de winst van je onderneming. Door gebruik te maken deze aftrekposten verlaag je de belastbare winst en hoef je dus minder belasting te betalen. Er zijn maar liefst zes mogelijke aftrekposten:

• Zelfstandigenaftrek
• Startersaftrek
• Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid
• Aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk
• Meewerkaftrek
• Stakingsaftrek

De belangrijkste aftrekposten zijn de zelfstandigen- en de startersaftrek. Deze zullen we in dit artikel verder toelichten.

Zelfstandigenaftrek

Wanneer mag je gebruikmaken van de zelfstandigenaftrek?

Je hebt in Nederland recht op zelfstandigenaftrek als je:

• ondernemer bent,
• voldoet aan het urencriterium van 1225 gewerkte uren per jaar.

Hoe vraag je zelfstandigenaftrek aan?

De zelfstandigenaftrek geef je aan bij de inkomstenbelasting-aangifte (IB-aangifte). De hoogte van de zelfstandigenaftrek wordt ieder jaar vastgesteld door de Belastingdienst en is dus een vaststaand bedrag. Voor 2016, 2017 en 2018 is de zelfstandigenaftrek € 7.280.

Heb je bij een lage winst ook recht op de zelfstandigenaftrek?

Is je winst lager dan de zelfstandigenaftrek? Dan mag je nooit het volledige bedrag aftrekken, want dan zou je op een negatief bedrag uitkomen. Wel mag je het bedrag dat je overhoudt (de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek) in de volgende 9 jaar verrekenen, als je in dat jaar ook recht hebt op de zelfstandigenaftrek. Deze regel geldt niet als je recht hebt op de startersaftrek.

Voorbeeld

In 2016 heb je € 5.000 winst gemaakt en heb je recht op de zelfstandigenaftrek van € 7.280. De zelfstandigenaftrek is dan hoger dan je winst en dat mag niet. Daarom is je zelfstandigenaftrek in 2016 maar tot € 5.000. Je hebt dan een niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek van € 7.280 - € 5.000 = € 2.280. Dit bedrag heb je dus over.

Het jaar daarop, in 2017, is je winst € 50.000. Je hebt weer recht op € 7.280 zelfstandigenaftrek. Na de zelfstandigenaftrek is er nog € 42.720 winst over en er is dus voldoende ruimte om de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek van 2016 te verrekenen. In totaal kun je voor 2017 dus € 7.280 + € 2.280 = € 9.560 aftrekken. Je houdt dan € 50.000 - €9.560 = € 40.440 winst over.

Startersaftrek

Wanneer mag je gebruikmaken van de startersaftrek?

De startersaftrek is een verhoging van de zelfstandigenaftrek. Dat betekent dat je, na de zelfstandigenaftrek nog eens een bedrag van je winst af mag halen. Deze regeling is bedoeld om startende ondernemers nog een steuntje in de rug te geven. Je hebt recht op startersaftrek als je:

• ondernemer bent,
• voldoet aan het urencriterium van 1225 gewerkte uren per jaar,
• in de afgelopen 5 jaar minimaal 1 jaar geen ondernemer was,
• in de afgelopen 5 jaar maximaal 2 keer gebruik hebt gemaakt van de zelfstandigenaftrek.

Hoe vraag je de startersaftrek aan?

Ook de startersaftrek geef je aan tijdens het doen van de IB-aangifte. Je telt het bedrag van de startersaftrek op bij de zelfstandigenaftrek. Voor 2016, 2017 en 2018 is de startersaftrek € 2.123. Heb je recht op zelfstandigenaftrek en startersaftrek? Dan mag je dus € 7.280 + € 2.123 = € 9.403 aftrekken van je winst!

Heb je bij een lage winst ook recht op de startersaftrek?

Het kan zijn dat de aftrek hoger is dan je winst en dat je dus een verlies hebt. Dit verreken je met andere inkomsten uit werk en woning (looninkomsten bijvoorbeeld). Als je geen andere inkomsten hebt, verreken je dit verlies in de 3 vorige of de 9 komende jaren. Als er dan toch nog verliezen overblijven, ‘verdampen’ deze en kun je die niet meer verrekenen.

Voorbeeld

Je hebt in 2017 € 8.000 winst gemaakt en je hebt recht op zelfstandigenaftrek en startersaftrek. Je mag € 9.403 aftrekken en hebt daarna een verlies van € 1.403. Dit is het verlies uit je onderneming en dit valt onder je inkomsten uit werk en woning (box 1). Daarom mag je dit bedrag verrekenen met je overige inkomsten, bijvoorbeeld als je pensioen ontvangt of (een deel van) je woning verhuurt.

Stel, je hebt in 2017 ook € 10.000 overige inkomsten. Hier mag je het bedrag van € 1.403 afhalen. In plaats van € 10.000 zijn je overige inkomsten dan nog € 10.000 - € 1.403 = € 8.597.

Urencriterium

Voor zowel de zelfstandigenaftrek als de startersaftrek moet je voldoen aan het urencriterium. Zorg er dus voor dat je een goede urenregistratie hebt. Zo zie je direct of je voldoet aan het criterium van 1.225 uur per jaar.

Andere fiscale voordelen

Terug naar het overzicht