Stoppen met werken. Voor sommigen is het hét doel, voor anderen lijkt het er nooit van te komen. Maar wat heb je nodig om te stoppen. En hoe krijg je dat voor elkaar?
Waarom eerder stoppen?
Heb je leuk werk? Ben je gepassioneerd over wat je doet? Dat is leuk zeg! Maar even tussen jou en mij, als je er geen geld voor zou krijgen, zou je het dan ook nog de hele dag doen? En als je de keuze zou krijgen: Stoppen met werken, terwijl je hetzelfde betaald krijgt, of doorgaan met dit werk terwijl je niks krijgt? Wat kies je dan?
Voor veel mensen is eerder stoppen met werken een droom. Maar met de juiste instelling, een goed plan én wat geluk kun je een heel eind komen.
Financieel onafhankelijk
Financiële onafhankelijkheid, dit klinkt voor de meeste mensen heel erg ver weg. Iets wat alleen is weggelegd voor de allerrijksten. Dat je zoveel geld hebt dat je kunt kopen wat je wil en dat je het nooit op zult krijgen. Maar financieel onafhankelijk kan ook op een andere manier. Er zijn op internet veel gevallen te vinden van mensen die rond hun dertigste zijn gestopt met werken. Niet omdat ze stinkend rijk zijn, maar omdat ze veel hebben gespaard én simpeler zijn gaan leven. Zo heb je Mr. Money Mustache, die op z’n dertigste kon stoppen met werken, omdat hij zoveel had gespaard, dat ie van de rente kon leven. Nou verdiende hij ook wel wat meer dan gemiddeld, maar hij leefde ook erg zuinig. Hij berekende hoeveel hij per jaar nodig had als hij weinig geld uitgeeft aan luxeproducten, zoals een nieuwe auto, vakanties of dure kleding. Daarnaast belegde hij een deel van zijn geld, betaalde hij z’n huis af en werd daardoor financieel onafhankelijk. Een heel gedoe, maar hij heeft het wel geflikt.
Eerder met pensioen
Nu is op je dertigste stoppen wel heel erg vroeg, maar wat dacht je van stoppen op je vijftigste, of zestigste? Dan moet je ook een plan hebben. Want als het zo doorgaat wordt de pensioenleeftijd alleen maar hoger en zul je steeds langer moeten doorwerken om pensioen te krijgen. Of je moet iets regelen zodat je eerder kunt stoppen.
Eerder stoppen kost (veel) geld
Als je eerder wilt stoppen moet je er rekening mee houden dat het op 3 manieren geld kost:
- Je krijgt geen salaris meer, want je bent gestopt met werken.
- Je hebt minder tijd gewerkt, dus minder pensioen opgebouwd.
- Via je pensioenfonds krijg je vaak nog een korting op je pensioen, dus je krijgt ook nog eens een kleiner percentage van je pensioen.
Dit leg ik even uit met een voorbeeld:
Stel je bouwt ieder jaar 500 euro aan pensioen op. Dan krijg je voor ieder jaar dat je eerder met pensioen gaat 500 euro minder pensioen. Maar omdat je eerder stopt, krijg je vanuit het pensioenfonds ook nog eens minder pensioen uitgekeerd. Bij Zwitserleven krijg je bijvoorbeeld nog maar 94% van je pensioen als je 1 jaar eerder stopt. Bij twee jaar is dit 89%. Deze getallen worden ieder jaar aangepast en kunnen daarom nog negatiever voor je uitpakken.
Maak een spaarplan
Als je eerder wil stoppen, moet je een plan hebben. Je moet genoeg geld bij elkaar hebben om er voor de rest van je leven mee te doen. Maak voor jezelf daarom een overzichtje van wat je per jaar nodig denkt te hebben. Hoe minder jij nodig hebt, hoe eerder je met pensioen kan. Heb je meer geld nodig, moet je meer gaan verdienen, of langer doorwerken.
Bepaal voor jezelf wat je per jaar opmaakt. Als je kinderen hebt, moet je er ook rekening mee houden, dat deze op een gegeven moment uit huis zijn en ze dus op een gegeven moment (bijna) geen geld meer kosten. Stel, je komt uit op 20 duizend euro per jaar. Dat betekent dat je dat bedrag per jaar bij elkaar moet krijgen. Als het goed is krijgen we allemaal AOW als we stoppen met werken, maar je weet natuurlijk niet hoe Nederland er over bijvoorbeeld 30 jaar uitziet. Maar reken uit wat je ongeveer aan AOW gaat krijgen, wat je aan pensioen krijgt en of je dan extra geld nodig hebt. Alles wat je dan extra hebt gespaard (of via beleggen of iets dergelijks bij elkaar hebt gekregen) kun je dan gebruiken om eerder te stoppen.
Geld sparen: leven van beleggingen en rente
Als je kunt leven van je spaargeld, zonder dat het opgaat, dan ben je aan het rentenieren. Vroeger was de rente zo hoog dat je met een hoog bedrag kunt leven van de rente op de bank. Met de rente van nu is dit alleen onmogelijk. Stel je gaat uit van die 20 duizend euro per jaar. Dan heb je bij een spaarrente van 0,2% (wat zelfs al aan de hoge kant is nu) 10 miljoen euro aan spaargeld nodig. Dat krijg ik niet in een paar jaar bij elkaar gespaard, jij wel? In de jaren negentig was de spaarrente zo’n 4%. Dan kon je dus met 500 duizend euro al 20 duizend euro aan rente per jaar krijgen. Nu zul je op andere manieren dit voor elkaar moeten krijgen.
Beleggen
Een van die manieren is beleggen. Daarmee kun je het snelst meer geld krijgen, maar is het risico ook het hoogst. Er zijn steeds meer vormen van beleggen. Als je hiermee gaat beginnen, lees je dan goed in en duik er niet zomaar in.
Als je echt wat geld overhebt, kun je ook kijken om (eventueel samen met iemand anders) te beleggen in een huis, of ander pand, en dat te verhuren. Maar ook daar zitten weer voor- en nadelen aan.
Betaal je huis af
Een andere manier om extra geld over te houden is om je huis af te betalen. Zo hoef je minder hypotheek per maand te betalen, zodat je weer meer kunt sparen én kun je dus weer extra hypotheek aflossen. Let wel op dat er fiscale voordelen aan een hypotheek zitten. Het kan zijn dat het niet helemaal voordelig is om je huis helemaal af te betalen. Bij veel hypotheken mag je ook maar een bepaald bedrag per jaar aflossen. Check daarom goed hoe het bij jouw hypotheek zit.
Spreid je pensioen
Als zzp’er kun je op verschillende manieren pensioen opbouwen. Een aantal zijn een beetje standaard, bijvoorbeeld als je een zzp-pensioen hebt, of het pensioen van je werkgever hebt doorgezet. Wat je daarna aan geld op wilt bouwen, kun je via sparen of beleggen doen.
Sommige manieren hebben een hoger risico dan andere, maar leveren dan vaak ook meer op. Hier wordt vaak de volgende berekening voor gebruikt. Er wordt dan gekeken naar je leeftijd. Als je bijvoorbeeld 30 jaar oud bent, moet je 30% stoppen in bijvoorbeeld sparen en 70% in risicovollere beleggingen, zoals aandelen. Het idee is dat hoe jonger je bent, hoe beter je nog financiële tegenvallers kunt opvangen. Hoe ouder je wordt, hoe meer geld je zou moeten stoppen in beleggingen met minder risico, zoals sparen. Als je bijvoorbeeld 60 jaar bent, dan zou je dan 60% van je geld in spaargeld en 40% in bijvoorbeeld aandelen moeten stoppen.
Vergeet niet te leven
Dat hoor je heel vaak als het om later en pensioenen gaat. Vergeet nu niet te leven, je weet nooit wat er morgen gebeurt. Dit klopt natuurlijk en je moet ook zeker zorgen dat je geniet van deze tijd. Probeer vooral te sparen en te beleggen wat je kunt missen. Als je geen geld overhoudt en iedere maand de touwtjes aan elkaar moet knopen, kijk dan eens hoe dat komt. Verdien je te weinig of geef je te veel uit? Kijk kritisch naar waar je geld allemaal naartoe gaat. Kun je ergens misschien op besparen?
Tussenoplossing: parttime gaan werken
Je kunt er ook voor kiezen om minder te gaan werken, in plaats van helemaal met pensioen te gaan. Zo blijf je wat verdienen, hoef je dus minder pensioen op te bouwen en minder bij elkaar te sparen of te beleggen. Een ander voordeel van parttime blijven werken is dat je bezig blijft en je misschien ook nuttiger voelt. Dus misschien is dit ook wel iets voor jou, tegen de tijd dat je met pensioen kunt. Zeker als je het werk nog hartstikke leuk vindt.
Tip: er zijn voor ondernemers fiscale voordelen te halen bij het sparen voor je pensioen. Zo heb je de zogenaamde jaarruimte. En de Fiscale Oudedagsreserve, zie ook punt zeven van dit artikel: Pensioen opbouwen als zzp’er.